Donderdag 20 juni SO §3, p. 78 tm 81.
Het SO gaat alleen over deze paragraaf.
1. Zorg dat je geoefend hebt met alle opgegeven opgaven, dat je al die opgaven paraat hebt, qua kennis en qua vaardigheden.
2. Zorg dat je de begrippen uit deze paragraaf kent.
3. Zorg dat je het eindjaartal van dit KA kent, dat is het Concordaat van Worms, 1122.
Voor woensdag 19 juni:
Huiswerk voor woensdag: Par. 3 leren, p. 78 tm 81.
1. Eerdere eigen samenvatting leren
2. Filmpje Joost van Oort over dit KA kijken
3. Maartens PDF over dit KA doornemen. Dit is bedoeld als hulpmiddel bij de paragraaf, het is niet bedoeld om nieuwe stof aan te bieden die je moet leren.
4. Antwoorden bekijken in online map over eerder gemaakte vragen
5. Nieuwe oefenopgaven maken over dit KA
6. Oefen met de proefwerkvraag over Het geschenk van Constantijn, zie Casus
===============================================================
Er staat ook een map online met veel eindexamens om te oefenen.
Oefen zo nu en dan eens goed met deze opgaven. Neem de tijd:
1. Lees de vraag rustig: snap ik de vraag?
2. Lees bij een bronnenvraag, het bijschrift aandachtig. Denk aan het examentrainingsblad: wie is de maker van de bron? Wanneer is de bron gemaakt? Met welk doel? Is dat of verwacht ik een objectieve bron, of juist niet, en waarom?
3. Lees vervolgens de bron rustig. Snap ik de bron? Snap ik welke delen van de bron ik nodig heb voor het antwoord op de vraag?
4. Formuleer een antwoord op de vraag. Lees de vraag nog eens terug. Heb ik inderdaad antwoord gegeven op de vraag? Of ben ik (enigszins) een andere kant opgegaan?
5. Controleer je antwoord met het antwoordmodel. Of als je het antwoord helemaal niet weet, ga dan naar het antwoordmodel en probeer te kijken of je dan de vraag wel snapt, welke kan ze op wilden met hun vraag.